Afscheid van een uitgekomen droom

29-04-2013 06:44

Onze laatste momenten Suriname worden ingezet. En dat brengt wel wat teweeg in mijn gedachten. Een wolkje triestheid schuift voor de zon in mijn hoofd, en gaapt er een zwart gat bij onze thuiskomst?

Het was op donderdag dat het wolkje plots voorbij kwam drijven. Het begon al in de ochtend: toen fietste ik naar school voor het definitieve afscheid van het kliekje leerkrachten Nederlands. Steffen en ik hadden eerder die week al getrakteerd op koekjes en handjes geschud, maar nu moest ik afscheid nemen van een bende supertoffe dames die me in al die maanden vaak heeft doen schaterlachen, elke dag klaarstond met complimentjes en positieve energie, en me bovendien helemaal had opgenomen als een volwaardige leerkracht. Ik heb dikke knuffels gegeven en gekregen en ben weggegaan met een traantje in elke ooghoek. Ik ben altijd terug welkom bij hen, zeiden ze. Stiekem wil ik graag een collega van ze zijn.

S’ middags fietste ik naar het huis waar Bram en Bart wonen, want zij zouden die dag naar Curaçao vertrekken. Ik heb ze veel plezier gewenst en heb hen uitgewuifd toen ze met de taxi vertrokken. Het tweede afscheid van die dag. Gelukkig kon ik Eline meenemen uit het huis van Bram en Bart, want zij bleef alleen achter in een reuzenhuis en moest net als ik gewoon een namiddag huiswerk maken.

Het pijnlijkste afscheid volgde echter ’s avonds. Ik fietste met een melancholisch gevoel naar mijn laatste les kunstgeschiedenis, met een paar pakken koeken in mijn tas. Toen ik aankwam, bleek dat er niet echt les was, maar we moesten plots naar een ander lokaal. Een tafel met Surinaamse lekkernijen, cadeautjes, drinken en faya lobi (bloemen ‘vurige liefde’) lagen klaar: er was een soort afscheidsfeestje! Ik stond versteld van de vriendschap die naar boven kwam die avond. Ik gaf Raymille, Stephanie, Erica, Saskia, Latoya, Reeza, Giovanni en co een dikke knuffel en fietste opnieuw met een traantje naar huis. Ik had enkele weken daarvoor al beseft hoe graag ik in het gezelschap van deze mensen ben, hoe graag ik les kwam volgen op het AHKCO en hoe veel er gelachen werd. Ik wou toen echt niet denken aan het afscheid dat e te wachten stond. Toen ik voor het laatst door de houten deur van Waterkant 14 liep, wilde ik niet geloven dat dit weggeduwd moment er was.

Maar natuurlijk waren er deze week ook nog hele leuke momenten. Zo deden we bijvoorbeeld twee nachtjes Touché (een discotheek), nam ik eens een kijkje in een casino (hihihi, ik en stiekem nog geen 21), gingen we nog eens lekker Javaans eten op Blauwgrond, nam ik een kijkje op het Surinaamse huisfeest dat Eline fantastisch georganiseerd had, en maakte ik een vreemde nacht mee in het duurste hotel van Paramaribo.

Een van de nachtjes Touché liep een beetje vreemd af. Ik was alleen met de fiets gekomen, en zou in gezelschap terugfietsen. Toen ik aankwam, was er een hele vriendelijke (?!) bodyguard die een verkeersbord wees om mijn fiets aan vast te maken, en aanbood een beetje op mijn fiets te letten. Toen ik terugkwam en naar huis wou fietsen, liep die man ineens achter ons aan. Hij vroeg naar een centje. Ik zocht in mijn tas, maar vond alleen grote biljetten en zei uiteindelijk: “Sorry meneer, ik heb alleen maar grote biljetten bij. Heel erg bedankt om een beetje op mijn fiets te letten, maar 50 SRD vind ik te veel voor uw werk.” De man werd kwaad en gooide een steen achter ons aan.

Het moment in het casino vond ik indrukwekkend, maar toch niet echt leuk. Die duizenden flikkerende lichtjes en muziekjes, de zombies die met hun creditcard en een biertje achter de machines zitten, en dat saaie spelletje met het rad…

De vreemde nacht in het hotel was een pure toevalligheid, waarmee ik achteraf stiekem nog hard gelachen heb. Het was donderdag, de dag dat Bram en Bart vertrokken waren naar Curaçao. Rond half één ’s nachts kreeg ik plots een telefoontje dat hun vliegtuig niet was opgestegen en dat zij mochten logeren in het Queens Hotel. We praatten nog wat met enkele Surinamers die in hetzelfde schuitje zaten en ik bleef slapen in één van de duurste hotels van Paramaribo. Stiekem genoot ik gratis van zachte lakens en een lekker ontbijt. Ze deden niet eens de moeite om me buiten te gooien!

Vandaag deden we nog een avondje JiJi (een restaurantje) en een momentje Zanzibar. Ik gaf Christine een dikke knuffel, en beloofde haar en Anneke zo snel mogelijk weer op te zoeken in Nijmegen.

Mijn tijd in Paramaribo is nog niet helemaal om, ik heb nog exact een etmaal tijd hier. Toch heb ik niet het gevoel dat ik dat etmaal moet volproppen met dingen. Ik heb alles uit de tijd die ik hier had gehaald wat ik kon. Ik heb geen moment getreurd, geen moment verveling gekend. Ik besef dat ik een heuse cultuurshock zal ervaren als ik dinsdagochtend uit het vliegtuig stap, en dat er misschien een zwart gat gaapt in de weken die volgen waar ik weer uit moet klimmen.

Nadat ik van alles en iedereen met heel veel spijt in het hart afscheid heb genomen (op uitzondering van Jan, Shera, Joren, Steffen en Sofie, wat nog heel moeilijk gaat zijn), moet er nog één afscheidje bij. Namelijk van deze blog. Dikke kus aan jullie allen, en aan iedereen die in me gelooft, me heeft gesteund, getroost, en heeft doen lachen. Ik hou van jullie.

Afscheid